Stinsenplanten

Kastelen en stinsenplantenzijn aan elkaar gekoppeld. We hebben dit jaar weer vele stinsenplantbewonderaars vanuit diverse plaatsen uit Zuid-Holland op Te Werve rondgeleid waaronder een aantal leden van onze eigen vereniging. We hebben deze natuurliefhebbers weer veel mooie planten kunnen tonen. Hoe de naam stinsenplanten ontstaan is kan tijdens zo'n wandeling niet uitvoerig aan de orde komen vandaar dit verhaal.

De naam stins is afkomstig uit Friesland, het betekent stenen huis. Onder een stins verstaan we een verdedigbaar huis, we zouden nu eerder spreken over een eenvoudig kasteeltje. Toen de Noormannen verdwenen waren en de Schieringers en de Vetkopers elkaar het leven niet langer zuur maakten brak er een vreedzamer tijd aan. De oorspronkelijke stinsen in Friesland veranderden in buitenhuizen met prachtige tuinen en parkbossen. Daar werden fraaie uitheemse planten geplant die uit verre landen waren meegenomen door reizigers, kloosterlingen en anderen. In de buitenhuizen voor de sier en in veel kloostertuinen voor het beoefenen van de geneeskunde.

De planten zijn voor een groot deel in de zestiende eeuw geïntroduceerd. Van een aantal planten is bekend dat ze al veel eerder o.a. in de Romeinse tijd hiernaartoe gebracht zijn. Vanaf 1660 werden scheepsladingen nieuwe planten naar Nederland vervoerd. De gebieden van herkomst betroffen voornamelijk Midden-Europa en het mediterrane gebied, waaronder vooral Turkije.Veel bol- en knolgewassen zijn afkomstig uit berggebieden met een mediterraan klimaat dat gekenmerkt wordt door koele regenrijke winters en warme droge zomers. Deze planten bloeien daar aan het eind van de winterperiode op de overgang van het natte naar het droge jaargetijde. Na de bloei wordt de voor hen ongunstige zomer ondergronds doorgebracht. Er stonden in Friesland veel stinsen, een groot aantal daarvan is in de loop der tijd verdwenen. Van de verdwenen stinsen zijn in een aantal gevallen nog delen van de oude tuinen aanwezig. Daar groeien nog steeds de fraaie uitheemse planten, verwilderd maar wel dusdanig ingeburgerd dat ze zonder enige verzorging verder konden groeien. De planten konden zich alleen handhaven op de speciale grond rond de stins, die vele jaren op een bepaalde wijze bewerkt en behandeld was. Buiten de parktuinen van de stins, op de stevige Friese klei, konden de planten die in hun land van oorsprong op losse luchtige grond groeiden zich niet uitbreiden. Men gaf deze vreemde planten, die vooral in Friesland voorkwamen, maar eveneens op veel oude kasteeltuinen in de rest van Nederland, de naam stinsenplanten. Een definitie voor stinsenplanten is dat het niet-inheemse planten zijn, die ooit vanuit verre landen hiernaar toe gebracht zijn en zich alleen kunnen handhaven in het speciale stinsenmilieu dat vooral op oude landgoederen voorkomt. De verwilderde planten kunnen zich buiten deze landgoederen niet verspreiden.

Ook op het oude landgoed Te Werve dat deels op de strandwal ligt is het goed vertoeven voor stinsenplanten. Een van de eisen voor het stinsenmilieu is dat de grond los en luchtig moet zijn, de bosgrond op de oude strandwal van Te Werve voldoet daaraan zondermeer. Andere eisen zijn dat de grond goed gedraineerd is, voedzaam en kalkrijk is en snel opgewarmd kan worden. De kasteelheren van vroeger hebben enkele honderden jaren lang de grond van de parkbossen bemest met halfverrotte bladeren uit de sloten voor voedselrijkheid, met schelpen om voor de nodige kalk te zorgen en zonodig met turfmolm om de luchtigheid van de grond te vergroten. Een kenmerk van stinsenplanten is dat het veelal bol- of knolgewassen zijn of planten met een wortelstok. Dit kan geen toevalligheid zijn want alleen voorzien van bolletjes, knolletjes en wortelstokken konden de planten vroeger een lange reis doorstaan.

Een ander kenmerk van stinsenplanten is dat de meeste boven de grond komen en bloeien als er nog geen bladeren aan de bomen zitten. Zodra de bladeren aan de bomen komen verdwijnen ze weer voor een jaar onder de grond, lekker koel onder de grote bomen. Direct na de bloei worden in de bol, knol of wortelstok de nieuwe blaadjes voor het volgende bloeiseizoen gevormd en is er voldoende voedsel aangemaakt om opnieuw een jaar onder de grond door te brengen. Komt u in het vroege voorjaar van het komende jaar ook eens kijken naar deze prachtige voorjaarsbloeiers, waarvan er op Te Werve 40 soorten staan. Direct nadat de kou uit de lucht is en de grond iets verwarmd wordt komen ze tevoorschijn.